‘Stadsgedicht moet prikkelend en herkenbaar zijn’

OSS | De interesse om te gaan schrijven had hij al sinds zijn puberteit. De liefde voor dichten ontstond pas rond 2016. Michel Nierop is sinds 28 april 2021 de vijfde stadsdichter van Oss. “Ik doe dit met veel plezier en hoop ook anderen te inspireren om te gaan dichten”, aldus de 41-jarige Ossenaar.

door Leon Voskamp

Om de week schrijft Nierop een stadsgedicht, dat te lezen is op de website en Facebook-pagina van Poëzie Podium Oss (PPO). “Waar ik mijn inspiratie vandaan haal? Ik lees onder andere Weekblad Regio Oss en de zaterdagkrant en kijk altijd of er onderwerpen zijn die ik kan gebruiken. Ik heb veel ideeën, waarvan een hoop blijven liggen. Zo las ik laatst over de spelfout ‘Huiseling’ op de bewegwijzering. Ik probeer sowieso veel aandacht te besteden aan de dorpen, die zijn net zo belangrijk als de stad.” Waar moet een goed stadsgedicht aan voldoen? “Het moet voor de lezer herkenbaar zijn. De eerste zin moet direct prikkelend zijn, zodat mensen verder willen lezen. Bovendien moet het niet langer dan zestien regels zijn en niet te moeilijke zinnen bevatten, want ik wil een brede doelgroep bereiken.”
Het schrijven van een stadsgedicht is anders dan bijvoorbeeld het schrijven voor andere dichters. “Dichten als kunstvorm is een heel andere vorm van schrijven. Ik heb dat voorheen geprobeerd. Dan zaten we met meerdere dichters bij elkaar en gingen we aan de slag met een bepaald thema. Ook bespraken we onze gedichten. Daarnaast heb ik een aantal vrienden die dichten. Als we samen zijn, proberen we elkaar meestal af te troeven met woordgrappen.”

Muzikant
Jarenlang speelde Nierop gitaar in een bandje. Ondanks dat hij altijd tekst en zinnen in zijn hoofd had, heeft hij nooit zelf songteksten geschreven. In 2012 besloot hij alsnog te gaan schrijven, maar dan puur voor zichzelf. “Ik maakte op privégebied iets heftigs mee en zag schrijven als een verwerkingsproces. Het dichten is pas later op mijn pad gekomen. Ik had begin 2016 een viertal gedichten geschreven en ben in de bibliotheek naar een spreekuur van de toenmalige stadsdichter Jan van den Boom gegaan. Hij heeft me aangemoedigd om ermee door te gaan. Ik sloot aan bij PPO en ben op een gegeven moment gevraagd om stadsdichter te worden. Op dat moment vond ik echter dat ik er nog niet klaar voor was. Vorig jaar tijdens de coronaperiode merkte ik dat in het aandurfde en dat ik het qua tijd kon combineren met mijn werk.” Naast het schrijven van stadsgedichten is hij beschikbaar voor bijvoorbeeld evenementen en activiteiten van culturele instellingen. “Nu is vrijwel alles dicht vanwege corona, maar laten we hopen dat er spoedig meer mogelijk is. Toen het mocht, heb ik bijvoorbeeld meegewerkt aan het project ‘Herbestemming Oss’, waarbij we werk hebben gemaakt voor twee zorginstellingen. Ook ben ik bij een opening van een tentoonstelling in K26 geweest.”

Agenda
De rest van het jaar staan er allerlei activiteiten op de agenda. Zo is 26 januari de opening van de Poëzieweek, al is het twijfelachtig of die door kan gaan. Op 9 maart is ‘Tussen de Schuifdeuren’ in de Groene Engel. “Er is genoeg leuks om naar uit te kijken.”