Afbeelding

De wonderlijke taal in de wereld die voetballerij heet

Zakelijk 316 keer gelezen

Tijdens het kijken naar en wedden op voetbal komen er nogal eens termen voorbij waar een leek geen kaas of chocolade van kan maken. Over chocolade gesproken: het ‘chocoladebeen’ - het zogenaamde zwakke been waarmee voetballers zelden de bal spelen - is er daar slechts één van. Van belchinezen tot geparkeerde bussen, van scorebordjournalistiek tot ziekenhuisbal en van oorlog in de zestien tot patatgeneratie: in de voetballerij is men uiterst creatief

De belchinees
Begin deze eeuw werd er in China veelvuldig en illegaal gegokt op allerlei gebeurtenissen tijdens wedstrijden. Deze werden doorgebeld door Chinezen, die het spelverloop zouden beïnvloeden met omkoping. De term belchinees was al gauw geboren en had allerminst met het afhalen van nummertje-37-met-saus-apart te maken. Nu we voor het wedden op doelpunten, corners, penalty’s en andere statistieken legale en betrouwbare bookmakers hebben, zal bij een opzichtige blunder of arbitrale dwaling de opmerking ‘Staat er soms een belchinees op de tribune?’ nog zelden klinken. 

De bus parkeren met oorlog in de zestien tot gevolg
Gehanteerde tactieken zijn een onuitputtelijke inspiratiebron. De bus parkeren betekent niets anders dan met z’n elven het doel verdedigen en gokken op een enkele tegenaanval (op de counter spelen, ook wel schijtbakkenvoetbal - vrij naar Gertjan Verbeek). Dit nodigt de tegenstander uit tot aanvallen, waarbij ‘oorlog in de zestien’ ontstaat. Hanteren beide ploegen een laffe tactiek, dan mondt dit uit in de welbekende ‘draak van een wedstrijd’. 

Tikitaka
Een andere speelwijze heette vroeger kick & rush: de bal naar voren rammen en dan maar hopen dat de aanvallers een goal maken. In Nederland heet deze chaotische stijl hotseknotsebegoniavoetbal, een vondst van cult-trainer Bert Jacobs. Spelers die de bal van achteruit naar voren dribbelen worden postbodes genoemd. Op goede dagen wordt in Camp Nou en in de Johan Cruijff ArenA tikitaka op de mat gelegd: het snel en kort overspelen van de bal, waarbij deze liefst één keer geraakt wordt. 

Scorebordjournalistiek en patatgeneratie
Sportjournalist Kees Jansma zei: voetbal is de leukste bijzaak van het leven. De spijker op zijn kop, want voor- en nabeschouwen doen we graag. Het is vaak naast de lijnen, tijdens analyses en interviews, dat er bijzondere termen gebezigd worden. Trainer Co Adriaanse noemde dat nabeschouwen aan de hand van de uitslag scorebordjournalistiek: degene die wint, is niet per se het beste. Don Leo Beenhakker introduceerde de patatgeneratie in de jaren ‘90 voor spelers die te veel interesses buiten het voetbal hadden.

Op de stropdas
Een pass over een meter of zestig die de geadresseerde met de borst aanneemt, belandt ‘op de stropdas’. Snelle spelers zijn ‘op de brommer’ en hoewel het technisch onmogelijk is, kan men in het voetbal wel degelijk ‘uit de rug weglopen’ of ‘in de bal komen’. Een ziekenhuisbal is geen bedrijfsfeestje voor medisch personeel, maar een pass die slecht geplaatst is zodat er botsingen kunnen ontstaan. Relatief nieuw is de veel bespotte muurligger: een speler die languit op de grond gaat liggen achter het gevormde muurtje bij vrije trappen. Vliegt die vrije trap toch recht in de bovenhoek van het doel, dan hanteert men de ietwat onhandige term ‘stijf in het kruis’. 

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant